Van strijd naar samenwerking

03-07-2022

Het gaat niet goed met Nederland. Althans niet als je de lat van beoordeling wat hoger legt dan gemiddeld. Als je vindt dat er geen armoede mag zijn in een welvarend land, als je vindt dat er geen woningnood hoeft te zijn in een ontwikkeld land, als je vindt dat er geen schade aan de natuur hoeft te worden toegebracht in een beschaafd land. Dit zijn geen nieuwe problemen maar bestaande problemen. Niet van recente datum maar reeds tientallen jaren oud. Lang genoeg voor grote groepen mensen om hun vertrouwen in de politiek op te zeggen.

Wie open en eerlijk kijkt, en zich niet laat verleiden door mooie praatjes, kan niet anders dan de conclusie trekken dat het niet goed gaat. Sterker nog, we hollen hard achteruit. Middenstanders en boeren zijn lang niet meer zeker van hun zaak, mensen uit de lagere en middenklassen kunnen hun oplopende rekeningen niet of nauwelijks nog betalen. Alleen de rijken kunnen nog onbezorgd leven.

Kennelijk is de politiek niet in staat om effectief en efficiënt te opereren. Niet in staat om ondanks alle rijkdom grote groepen mensen een onbezorgd leven te schenken. Hier liggen tal van oorzaken aan ten grondslag. Eén daarvan wil ik in dit artikel toelichten: gebrek aan saamhorigheid.

Politiek is synoniem aan strijd. Althans zo kijken wij ernaar, een generatie mensen opgegroeid in een democratie. In een systeem waarin maar één mening telt (de eigen mening), een manier van politiek bedrijven waarin tegenstellingen worden aangedikt en tegenstanders worden bestreden. In een democratie wordt gestreden, met alle gevolgen van dien. Vraag is of dit altijd goed en nodig is. Het kan ook anders.

Strijden is niet slecht, altijd strijden wel. Zeker als de kwaliteit van het beleid eronder gaat leiden, als de gewone burger wordt benadeeld en de rekening krijgt gepresenteerd. Zouden we in tijden van groeiende problemen niet wat meer de handen ineen moeten slaan, zouden we niet tot het besef moeten komen dat we samen sterker staan? In een democratie mag en kan ook gewoon samen worden gewerkt. Toch?

Gezien de huidige problematische situatie is de tijd meer dan rijp om eens kritisch naar de gang van zaken in Den Haag te kijken en ons af te vragen of het niet tijd is voor nieuwe politiek. Een politiek waarin minder wordt gestreden en meer wordt samengewerkt. Hoe krijgen we dit voor elkaar?

Iedereen zal beamen dat we samen sterker staan, dat we verder komen als we allemaal de schouders eronder zetten, dat we sneller bewegen als we dezelfde kant opgaan. In tijden van onbezorgde luxe kunnen we elk detail uitvoerig wikken en wegen, kunnen we elk idee langs elke denkbare meetlat leggen, kunnen we elke dag elkaar tot vervelends toe uitdagen, plagen en sarren. Maar in tijden van groeiende rampspoed niet, dan moet er worden gehandeld.

Stap één is het besef dat de huidige situatie zeer ongewenst is, dat er een absolute noodzaak bestaat tot handelen. Dit gedeelde besef moet ertoe leiden dat de neuzen dezelfde kant op gaan wijzen, dat de oplossingsrichting breedgedragen wordt. Dat kan als we de doelstellingen algemeen formuleren. Bijvoorbeeld het uitbannen van armoede, het versterken van het welzijn, het schenken van hoop, het serieus nemen van problemen. Wie kan daar op tegen zijn?

Om dit richtinggevend proces te stimuleren moet er niet alleen een besef tot handelen zijn, niet alleen algemeen geformuleerde doelstellingen bedacht worden, maar ook een groeiend gevoel van eensgezindheid en saamhorigheid ontstaan. Zonder dit gevoel is de kans groot dat het hele proces in een teleurstelling uitmondt, dat we gedesillusioneerd afhaken. En hier slaan we de spijker op z'n kop: in de politiek wordt niet gevoeld alleen gedacht.

Politici zijn van mening dat oplossingen bedacht moeten worden. Maar zonder gevoel zijn het betekenisloze en soms zelfs schadelijke gedrochten. Willen we serieus richting oplossingen gaan werken, dan zullen we ons gevoel van stal moeten halen.

Een systeem kan nooit een probleem oplossen. Mensen die het systeem tot leven wekken wel. Vraag is hoe zij functioneren, wat mensen doen en laten en met welke intenties. Willen we effectiever en efficiënter kunnen opereren en zo het welzijn van de mens echt dienen, dan moeten we naar het functioneren van de mens kijken. Daar zit de echte oplossing.

Wij mensen kunnen denken én voelen. Ons denken wordt hoog aangeschreven, het voelen is de grote onbekende. Zij die goed kunnen denken hebben een flinke streep voor in onze maatschappij, zij die goed kunnen voelen hebben een probleem. Direct na onze geboorte worden wij namelijk geacht na te denken, thuis en vooral op school. Maar hoe zit het met ons gevoel? Leren we daar ook mee omgaan? Niet echt, niet automatisch, niet structureel. We doen maar wat.

Maar hier zit wel de oplossing. Als we weer leren voelen, dan zullen we niet snel beleid verzinnen dat schadelijk is voor grote groepen mensen. We kunnen ons namelijk invoelen in hun situatie. Ons hoofd maakt slechts rekensommetjes. Als we weer leren voelen, dan wordt ook de saamhorigheid versterkt. Het fijne gevoel van samen de mouwen opstropen en gezamenlijk op te trekken. Ons hoofd denkt slechts aan het eigen succes.

De mens is meer dan een denkend wezen, hij is ook een gevoelswezen. Willen we ons leven in balans brengen, tekort uitbannen bijvoorbeeld, dan zullen we eerst onszelf in balans moeten brengen. Door vergeten delen van onszelf te herontdekken en te herwaarderen. Voelen is niet slecht of eng, maar essentieel om een gelukkig leven op te bouwen, voor onszelf en met elkaar.

Partij van de Liefde doet een beroep op politici en burgers om het leven meer vanuit de liefde te bezien. Liefde is namelijk het cement van de samenleving. Wie zijn hart opent voelt de verbinding met anderen, het gevoel dat nodig is om de problemen serieus uit de wereld te helpen. Liefde is open en eerlijk zijn, is de behoeften van jezelf en anderen serieus nemen, is de bereidheid tonen om iets moois van het leven te maken. Niet alleen voor jezelf maar voor iedereen.

De liefde bedrijven in de politiek doen we dus niet louter met het hoofd, maar ook met ons gevoel. Politici zouden dus naast intelligente mensen ook gevoelswezens moeten zijn. Zij die dit serieus kunnen nemen en hun schaamte en angst opzij weten te zetten, kunnen de nieuwe politiek vorm gaan geven, politiek vanuit het hart, politiek waarin strijd het aflegt tegen samenwerking. Het welzijn van alle Nederlanders zal daarmee gebaat zijn.

David Goedhart
Initiatiefnemer Partij van de Liefde